Bestaat er nog zoiets als een onderscheid tussen werk en privé?

Enkele dagen geleden werd ik getriggerd door deze tweet van Jan Denys van Randstad

Tweet Jan Denys

Tweet Jan Denys

Ik herinner mij nog goed dat ik onmiddellijk reageerde dat het onderscheid op zijn minst achterhaald is in deze tijden van Het Nieuwe Werken en altijd en overal aanwezig zijnde mobiele toestellen die de grens op zijn minst filterdun maken

Enkel dagen eerder had ik immers nog dit getweet – en ik meende élk woord ervan

Eigen tweet over zelfde blog van Frank Van Massenhove

Eigen tweet over zelfde blog van Frank Van Massenhove

Dat doe ik trouwens nog steeds. En toch besef ik dat de grote valkuil net daarin verschuilt ligt voor enthousiastelingen zoals mijzelf (die werk niet als iets “lastigs, wat moet” beschouwen maar vanuit een passie elke dag het beste van zichzelf geven) … Want net zoals je op tijd en stond moet eten en drinken, begin ik meer en meer in te zien dat ook het hoofd af en toe moet kunnen rusten. Niet dat ik mijn hoofd dan moet te slaap leggen 😉 maar wel… met iets anders bezig zijn.

Door alle mobiele toestellen is het echter niet alleen mogelijk geworden om altijd en overal toch nog “een beetje” bezig te zijn met het werk, het is voor mij vooral bijna “onmogelijk” geworden om daar niet mee bezig te zijn. Altijd opnieuw zie ik mails toekomen, berichtjes, telefoontjes, en ook op de sociale media valt altijd wel wat te lezen, te beleven, te zien, op te pikken… Alleen kun je niet “een beetje” bezig zijn met het werk, net zoals je niet “een beetje zwanger” kan zijn. Vanaf dat je aandacht erop getrokken wordt, ben je je met je gedachten een beetje weg en zit de adrenaline door je lijf te gieren (dat moet ik nog doen, en o ja, ook dat mag ik niet vergeten – nog even die sms sturen en… voor je het weet ben je terug uur bezig).

Dus heeft Frank Van Massenhove gelijk als hij zegt dat het strikte onderscheid tussen werk en privé is verdwenen, waarbij je “werk” in kantoor doet – achter je computer en tussen je collega’s? Ja! Absoluut. We werken niet meer alleen op kantoor en ook degene met wie we werken durft al eens wisselen. Het is bovendien niet zo dat je voor de work-life balance stopt met leven op de dorpel van je werk. Ik leef immers ook op mijn werk en hoop van u hetzelfde 😉

En toch heeft ook Jan Denys een punt als hij zegt dat het onderscheid niet helemaal verdwenen is. Noem het voortschrijdend inzicht maar…  volgens mij is het onderscheid gewoon… verschoven. Door het altijd en overal kunnen werken, wordt het dé uitdaging van de toekomst om je bewust te worden van wanneer je allemaal wel aan het werk bent en ook bewust te kiezen om dat af en toe… niet te zijn. Het onderscheid is dus niet langer plaats- en tijdgebonden maar geeft wel aan waar je focus op dat moment ligt: bij je werk of bij ontspanning tussen de mensen om je heen, je gezin, je hobby’s, je familie en vrienden.

Alleen: om bewust wél en niet te werken, moet je eerst en vooral beginnen stilstaan bij de activiteit die je aan het doen bent. Ik illustreer even adhv een voorbeeld… zo uit het leven gegrepen… Ik heb enkele weken geleden eens écht kei-lang in de file gestaan. Bijna 3u deed ik over de afstand Aalst-Brussel. Ech balen. Ik was pas om 10u45 in Brussel, wat heel frustrerend is wanneer het eerste overleg van de dag reeds startte om 10u. Ik herinner mij dat ik zuchtend sms’te naar één van mijn medewerkers “ik ga verdorie pas kunnen beginnen werken tegen 10u45“. Waarop zij antwoordde “Maar Nancy, je bent al om 5u begonnen met werken“. Even snapte ik het niet. Ik was  nog niet aan het werk. Toch niet in mijn hoofd… En o ja, ik kon inderdaad niet goed slapen die nacht, en wat doe ik dan steevast…? Even wat mails beantwoorden. Mijn beruchte “To Do” lijstjes aanvullen. De agenda plannen. En voor ik het weet ben ik bezig tot ik om 6u45 moet opstaan met de kindjes. Alleen beschouw ik dat eigenlijk… niet als werken. Het gebeurt zomaar. Zonder dat ik erbij stil sta…

Zo zijn er bij nader inzien wel elke dag meerdere uren dat ik sluipend (wachtend bij de bakker, op de trein, in de zetel) aan het werken ben – zonder dat ik dat beschouw als werken of stilsta bij wat ik aan het doen ben. Gewoon, omdat het zo makkelijk is en me op termijn best wel tijd uitspaart. Denk ik. Maar is dat ook zo?

Het feit dat ik met “www.dinobusters.be” ook een ferm uit de hand gelopen hobby heb waar toch wel enkele uren per week tijd in kruipt, is bovendien evenmin bevorderlijk voor de rust en vrije tijd.

En toch zal ik moeten proberen die rust te vinden in het komende jaar… Dat besef ik wél steeds meer en meer…

Want voor je het weet staat daar plots iemand met een hamer om de hoek. Eind november is zo mijn jongste dochtertje héél ziek geweest. Even waren we zelfs bang dat ze het niet zou halen. De dagen en nachten aan haar ziekenhuisbedje met amper slaap zijn en constant ademhaling, temperatuur, hartslag en zuurstof in de gaten houden zijn dan ook goed in mijn kleren gekropen – tot ik zelf even ademruimte nodig had. Ik kan je garanderen dat het werk dan het allerlaatste is waar ik mee bezig wou zijn (buiten bij wijze van afwisseling om de gedachten even te verzetten). De periode in het ziekenhuis heeft me wel geholpen om te beseffen dat ik mijn focus op dat moment even op mijn gezin moest plaatsen – en op mijn gezin alleen… Dat is me niet door iedereen in dank afgenomen maar ook dat is dan maar zo.

Gelukkig is alles intussen terug in orde met onze poppemie en met ons allemaal – al laat zoiets wel zijn sporen na.

Gisteren las ik nog in De Morgen (http://www.demorgen.be/wetenschap/helft-werkende-vlamingen-riskeert-burn-out-a2165573/) dat 1 op de 2 werknemers afstevent op een burn-out, vaak zonder zich daarvan bewust te zijn. Ik ben in ieder geval van plan om het zover niet te laten komen…  Dus mijn goede voornemen voor 2015…? Niet persé minder werken (want ik werk ook wel écht héél graag)… maar wél bewust zijn van wanneer ik aan het werken ben. En ook bewust op andere momenten niet werken. Manlief wordt alvast mee ingeschakeld om mij in de gaten te houden. En de kindjes. Die kijken sowieso strikt toe op de ingevoerde “iphone-boete”. We betalen namelijk 0,5 euro boete per keer dat de ipad / iphone aan tafel gebruikt wordt terwijl we samen eten. Om met die centjes dan samen leuke dingen te doen. Al betaal ik die uitstapjes even graag zonder dat er boetes moeten vallen…

Conclusie… Bestaat er nog een onderscheid tussen werk en privé? Ja. Eigenlijk wel. Al is dat onderscheid al lang niet meer plaats- en locatie-onderscheid-gebonden. Het is voortaan gewoon… tussen de oren terug te vinden… Bij de virtuele aan – en af-knop die we soms nodig hebben… In de rust van bij de rush van elke dag…

PS… Last but not least wens ik jou en degene die jou de energie geven om elke dag uit bed te springen een heel mooi eindjaar en een gezond en gezellig 2015 toe!

Werken is een “way of life” – maar ook een “way of thinking”

Schermafbeelding 2014-11-22 om 17.17.43

Enkele weken geleden verscheen dit artikel van mijzelf en vriendinnen/collega’s Dinobusters Elke Wambacq en Joke Renneboog in Jobat (het hele artikel vind je hier). Op het moment van het interview waren Elke en ikzelf in Parijs voor een OESO conferentie over Innovatie bij overheden. Trots als een pauw waren we om onszelf voor de officiële rij met vlaggen te fotograferen 🙂

Even overwogen we een foto van ons op te hangen bij de fenomenale “wall of fame” die daar ook was – maar we hebben ons ingehouden… onszelf belovend dat we dit ooit toch gaan doen…

Schermafbeelding 2014-11-22 om 17.19.59

Het interview vond plaats via google hangout  – de journalist werkte van thuis uit en wij belden via de wifi in Parijs. Ja, Wim Verdoodt, zelfs daar namen we een foto van 🙂 Schermafbeelding 2014-11-22 om 17.22.07

Lijkt allemaal niet zo spectaculair… maar geeft wel aan dat we in een nieuw werk-tijdperk gearriveerd zijn. Want waren de interviews voor ons eerste boek (Tot Uw Dienst, januari 2014) nog grotendeels “live” (fysieke samenkomst van journalist en geïnterviewden), dan merk ik dat dat amper één jaar later steeds meer en meer online gebeurt. Toeval of niet, het is voor mij toch iets wat mij opvalt.

Net zo goed, de weg is nog héél lang en boordevol voor-oordelen.

Er gaat immers geen week voorbij of ik krijg één of andere waarschuwing. Dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen. Dat “ze” er al van zijn aan het “terugkomen”, van al dat “thuiswerk”, en vertrouwen geven, openheid, blitse bureaus …

En alhoewel een gewaarschuwd vrouw er twee waard is, vind ik het toch opmerkelijk… Hoe kun je immers “terugkomen” op iets wat nog niet helemaal is gestart? En wat betekent dat dan? Gaan we binnenkort allemaal terug “from 9 to 5” in kantoren werken, allemaal aparte “hokjes” en gewoon “luisteren” naar wat van bovenaf wordt opgelegd?

Ik denk het niet (allez, ik alleszins niet).

Waar de waarschuwende mens echter (uit gemak of onkunde) volledig aan voorbij lijkt te gaan, is dat het niet meer enkel de directieraad, raad van bestuur, managementsraden (of hoe ze ook genoemd worden, die topraden van bedrijven en organisaties) zijn die hierover gaan beslissen –  maar wel… medewerkers én klanten.

De medewerkers én klanten van vandaag en morgen zijn immers mondiger geworden dan ooit. Ze verwachten vertrouwen en leidinggevenden die meedenken (ipv van topdown iets opleggen). Het Nieuwe Werken (of hoe je het ook wil gaan noemen) draait bovendien helemaal niet om die blitse kantoorgebouwen, besparingen in vierkante meters of met je kantoor in je tas gaan werken. Dat zijn immers de uiterlijke tekenen ervan. Geen doel op zich, maar manieren om het doel te bereiken.

De echte verandering is immers niet de meest zichtbare… maar de meest voelbare… Een nieuwe manier van denken is wat onze arbeidsmarkt nodig heeft. A new way of thinking. Die omvat “echt” en betrouwbaar zijn. Vertrouwen geven en krijgen. Afspraken maken en resultaten opleveren. Allemaal om de klant en zijn beleving centraal te stellen. Het vergt bovenal van leidinggevenden dat ze niet alleen blijven praten over klanten en medewerkers vertrouwen, maar het ook waarmaken. En dat doe je niet door bij de minste storm de tijd terug te draaien – als dat al kan. Door je staart in te trekken vanaf dat het wat warm wordt en weg te kijken bij elke vorm van kritiek.

Hoe kan het dan wel? Volgens mij vergt de nieuwe manier van denken…  dat we allemaal wat meer durven spreken in groep, ook als de rest zwijgt of onderuit schuift (om de wind te laten passeren). Door niet op te geven, ook niet als je hoofd pijn begint te doen van steeds opnieuw tegen de muur aanlopen. En dat doe je ook door je ogen en oren open te houden voor wat misloopt, daar gepast op te reageren en je intuïtie de juiste aanvulling van je ratio te laten zijn.

Dus ja… werken is… een manier van leven én denken. En zoals werken niet stopt aan de voordeur van je huis, stopt ook leven niet op de dorpel van het werk… Gelukkig maar… Daarvoor is werken en leven net iets te leuk 🙂

Big Bad Boss era… is over… isn’t it?

Kennen jullie het boek “No Way! Big Bad Boss era is over” van de charmante Bruno Rouffaer? Ik heb het boek zo’n anderhalf jaar geleden gelezen (als het nog geen 2 jaar geleden is, time flies…). Eens je dat boek gelezen hebt, kun je nooit meer naar leidinggevenden kijken die “blaffen” naar hun medewerkers zonder de cover van het boek imaginair in je hoofd te zien. Je kan nooit meer een hallucinant verhaal horen over leidinggevenden die eigenlijk nooit verder geraakt zijn dan de status “baas” zonder te denken “No Way”

Zo ook afgelopen week. Een vriendin van me werkt in de journalistiek. Bij een Belgische krant. Er is een reorganisatie aan de gang (waar niet tegenwoordig? het enige wat zeker is, is dat alles in beweging is). Op zich geen drama, ware het niet dat er nogal lucratief omgesprongen wordt met personeel: herplaatsen zonder uitleg, ontslaan, aanwervingen, allergie voor locatie-en plaatsonafhankelijk werken, … Ze vertelt me dat ze geloof in het bedrijf aan het verliezen is. En dat ze dat ook op het werk geuit heeft. Goed gedaan, denk ik dan – open communicatie, eerlijke feedback en durven zeggen wat op je lever ligt, komt uiteindelijk de samenwerking ten goede, niet? Alleen reageert de leidinggevende in kwestie nogal kwaad. Het kan niet zijn dat iemand gedemotiveerd is. Het is volgens die baas immers de plicht van de werknemer om te geloven in bedrijf en gemotiveerd te zijn!

Euh… Pardon?!? De plicht? Verplicht? Ik hield het niet meer – lag echt even strijk! No Way! En Poef, daar zag ik de cover van het boek weer.

Helaas in dat bedrijf was het “yes way”. Zeggen dat je medewerkers verplicht zijn om gemotiveerd te zijn, dat is toch precies hetzelfde als zeggen “je moet van mij houden”. Ooit echt meegemaakt trouwens, als 18 jarige (help, dat is intussen… 18 jaar geleden) – waarbij iemand mij letterlijk zei “je weet het nog niet, maar eigenlijk ben je verliefd op mij” (quod non!). Maar dit geheel terzijde.

Tjongejonge
Net zoals je liefde niet kan dwingen, kun je engagement van je medewerkers ook niet dwingen. Het wordt tijd dat dat besef er komt, zowel in de overheid als in private sector… Dus verplicht worden om gemotiveerd te zijn? Bestaat niet. Motivatie en respect kun je enkel “verdienen”. Door het waard te zijn. Door een goede werksfeer. Door vertrouwen te geven, dag in dag uit…

Een draad oppikken, betekent dit dat je ‘m ook echt hebt laten vallen?

Hoe begin je terug aan je blog te schrijven nadat je er meer dan een jaar geen tijd voor hebt gemaakt?

Ik besef het – Tijd is zowat het zwakste excuus dat je kan gebruiken. Als iemand zegt “ik had geen tijd” betekent dat namelijk… ik heb hier geen voorrang aan gegeven, er waren andere dingen belangrijker, ik had er even geen zin in …

En dat was ook zo. Ik had er even geen zin in om in eigen naam te bloggen.

Ik heb me natuurlijk volop uitgeleefd om de blog van de dinobusters (www.dinobusters.be). En o ja, ik heb met Elke Wambacq en Joke Renneboog 2 volledige boeken geschreven en uitgegeven (Tot Uw Dienst & Sssst, Hier Werkt Men). Ik gaf workshops, lezingen, presentaties, lessen… En uiteraard is er nog de hoofdjob: Afdelingshoofd Informatie en Communicatie bij Departement Onderwijs & Vorming, ook niet bepaald een 9 to 5 job… Daarnaast, “last but certainly not least”, is er nog de nog de belangrijkste drive in mijn leven die wel eens energie durft vergen: die van mama van Zara (intussen 8jaar) en Anaïs (ook al 6 jaartjes geworden) en partner, vriendin, vrouw, klankbord en knuffelmadam van Bruno.

Ik denk dat ik mag concluderen dat ik voor mijn eigen blog even geen energie over hield.

Tot nu… Zomaar ineens zin om nog eens te schrijven. Om de draad terug op te pikken… Alhoewel… Een draad oppikken, betekent dit dat je ‘m ook echt hebt laten vallen?

Schrijven is en blijft iets wat ik altijd heb gedaan. Van kinds af aan. Ik doe het graag. Het ontspant mij. Ja, dagboeken heb ik vol geleuterd met grote en kleine problemen, er mijn verzuchtingen, belevingen en gedachten aan toevertrouwd. Dat was uiteraard in het pre-Facebook & Twitter tijdperk. Tegenwoordig val ik er mijn vrienden en volgers mee lastig… Er gaat amper een dag voorbij zonder dat ik de sociale media afschuim. Met iphone, ipad en laptop bij de hand gaat het bovendien vlotter dan ooit om eens even de app te openen, erdoor te scrollen, info te vinden, contacten te leggen, iets te schrijven, reageren…

Schrijven helpt mijn gedachten ordenen. Spreken ook. Ik ben een communicator. Vaak weet ik maar wat ik wou zeggen, op het moment dat ik begin te praten of schrijven. Vooraf uitgebalanceerde speeches zijn dan ook helemaal mijn ding niet, het mag wat spontaan blijven – improvisaties zijn mijn lang leven. Tot grote frustratie soms van mijn vriendinnen / mede-auteurs, die de zaken graag iets gestructureerder voorbereiden.

En toch ben ik voorzichtiger geworden. Noem het de wijsheid die met de jaren komt. Eens 36 lentes mag ik dat zeggen zeker? Ik ben immers ook een beetje impulsief. Een beetje veel, zou manlief zeggen. Mediawijsheid is dan ook aangewezen bij madammen als mijzelf. Bij elke tweet / elk Facebook berichtje ben ik mij er bewust van dat velen meelezen. En dat niet iedereen even grote fan is van mijn open, authentieke en eerlijke communicatie. Het zou de eerste keer niet zijn dat ik tegen de muur loop. Op den duur kweek je zelf een beetje eelt op je voorhoofd (wat dan weer geen zicht is, maar dat geheel terzijde). Het blijft wat balanceren om die spontaniteit behouden en toch niet constant de muur tegen te komen.

Dus de draad oppikken… Laat mij gerust starten met dit eerste berichtje… We zien wel waar we geraken… Want naast die draad heb ik blijkbaar ook mijn energiepeil laten vallen… Hopelijk is die even makkelijk op te pikken als het schrijven van dit berichtje…