De Converserende overheid en de sociale media. Praten mét, niet óver je klant

De Converserende overheid en de sociale media. Praten mét, niet óver je klant

Lang verwacht
Lang beloofd
Hier is ie dan
Mijn Masterproef over de sociale media als instrument voor de converserende overheid. Steven Van Bellegehem zijn boeklancering op 6 maart jl. en de tweets die die dag over en weer gingen, deden de hashtag #convgov ontstaan.

Laat deze masterproef een eerste aanzet zijn tot het écht realiseren daarvan
Een overheid van de toekomst
waar we allemaal samen aan kunnen werken
aan mogen werken
over mogen dromen
en vooral : in mogen geloven

want samen maak je de toekomst waar…

MiddagSessie Sociale media – mediawijsheid

MiddagSessie Sociale media – mediawijsheid

De Vlaamse overheid wil een tweesporenbeleid rond sociale media

– strategisch, vanuit oogpunt organisatie

– voor de medewerkers, om hen ambassadeurs te laten worden (zijn) van de organisatie – maar daar is opleiding, een netwerk, duidelijke uitleg voor nodig

In dat kader en met oog op de Summerschool’s 2.0 (later hierover meer), was er een introductiecursus die collega Raf Geussens en ikzelf nu 3 x gegeven hebben (en daar mag heus nog wel wat bij)

 

Afstuderen -#yesICan

Afstuderen -#yesICan

 

 

Vandaag… Belangrijke dag. Na 2jaar opleiding & master na master publiek management eindelijk afgestudeerd en ik mocht de speechgeven… Ziehier de tekst.. 

22062012 -speech universiteit – alumni Master na master publiekmanagement 

 
Het is geen kado om na de vorige speech aan de beurt te zijn..Ik kan jullie,allemaal geruststellen, ik heb mijn kindjes van 3en 5j niet meegebracht

 
Toen ellen Verschooren, programmacoordinator van de master na master publiek management @ams mij vroeg om een kort woordje te schrijven over onze master na master, aarzelde ik niet. Ik ben immers iemand die eerst toezegt en dan eens nadenkt over tijd, ruimte, middelen… Ik dacht, ik doe dat wel even…Deze speech werd dus… Zonet op de trein en in de auto geschreven 🙂
 
Ik doe dat wel even. Zonder na te denken over tijd die daarvoor nodig is. Zo dacht ik – als ikeerlijk ben – ook over het “even een twee jaartjes bijstuderen ” – en ik zal heus niet de enige zijn. 
 
Het werden twee immens boeiende, uitdagende, prikkelende jaren. Inzichten werden verworven alsof ze maar voor het oppikken lagen. Een taakje hier, een beleidsnota daar, we draaiden voor minder ons hand niet om
Dat deze opleiding echter ook een keerzijde van de medaille zou hebben en ook impact op werk, gezin, familie en vrienden zou hebben, besefte ik pas veel later. 
 
Het leek voor mij zonet even alsof decaan Filip Naert mijn speech al had gelezen toen hij verwees naar impact die de studie had in combinatie met de thuissituatie en werk – maar ik veronderstel dat dat gewoon voor iedereen die de uitdaging aangaat, het geval is…
 
In ieder geval vind ik vandaag dat dit niet alleen ons afstuderen is… Maar ook dat van iedereen die ons in die periode heeft omringd met de beste zorgen, tonnen geduld opbrachten op momenten dat wij dat zelf niet meer hadden, Keer op keer bleven zeggen dat we moesten doordoen… DANKJEWEL.. Het feit dat wij hier vandaag onsterfelijk belachelijk staan te  wezen in deze kostuums is ook en vooral ook aan jullie te danken… Graag een applaus van alle medestudenten voor onze omgeving…
 
De opleiding zelf was meer dan de moeite waard. Ik kan met mijn hand op mijn hart vertellen dat ik nu professioneel en als mens niet zou staan waar ik sta zonder de vele inzichten die ik hier, zowel tijdens de lessen, onderweg en in de netwerkmomenten ernaast, heb opgebouwd. De vele taakjes – en laat ons eerlijk zijn – die waren supertalrijk, werden we keer,op keer uitgedaagd om alle opgedane kennis te toetsen aan onze dagdagelijkse praktijk in onze overheidscontext. 
 
Ik denk dat menig leidend ambtenaren knetter geworden zijn van onze analyses, rapporten, doorlichtingen waarin we de theorie aan de praktijk spiegelden. Want die ongevraagde consultany kregen ze er gratis bij maar legde in veel gevallen ook pijnpunten bloot. Dat dat niet erg is en je daar vooral uit kan leren, is een inzicht dat zeker nog niet overal doorgedrongen is. Laat mij zeggen dat er nog werk aan de winkel is. Maar hè, ook dat is niet erg, dat houdt het boeiend.
 
De tijd aan de ams heeft voor mij – en ik denk dat ik dat ook gerust in naam van mijn medestudenten zeg – alleszins een onuitwisbare indruk nagelaten. Ik ben ervan overtuigd dat via onze vele online en offline netwerken wij elkaar zullen blijven ontmoeten. Wij zeggen vandaag dus niet vaarwel maar tot ziens…
 
 Op mij kunnen jullie in elk geval rekenen om de overheid van de toekomst mee op te bouwen en als volwaardige ambassadeur van deze ams mijn inzichten open en transparant te blijven delen. Dankjewel 
 

Conclusies – Beleidsnota :-)

Het is eens wat anders…

In plaats van de samenvatting hier te plaatsen, begin ik met de conclusies. Om jullie een voorproevertje te geven. Een dessertje, zodat de zin naar het volledige verhaal later dit weekend er zou komen 🙂

Uiteraard stopt het verhaal niet met de publicatie van deze masterproef. Want dit verhaal is “work in progress”. Ik heb alvast de intentie hier te blijven schrijven.. Als uitlaatklep… Ik ben ervan overtuigd dat we spannende tijden tegemoet gaan…

 

De overheid worstelt – net als héél veel organisaties – met de sociale media. Deze verzamelnaam voor héél veel aparte instrumenten zijn dan ook heel erg “hot” en dat zullen ze nog een tijd blijven. Ze negeren heeft totaal geen zin meer. Het is niet langer de vraag OF overheden op de sociale media gaan, maar hoe goed ze het er zullen vanaf brengen.[1]

Belangrijk daarbij is dat – aan de hand van enkele goede, bruikbare voorbeelden – alle betrokken partijen overtuigd worden van feit dat die converserende overheid het toekomst-droombeeld is waarnaar we moeten streven en samen hard voor moeten werken.

Een overheid anno 2012 praat immers best niet langer enkel “over” zijn klanten, maar  ook mét. De mondige klant wil immers gehoord worden, ook al blijkt er momenteel nog vaak niemand die luistert. Dat laatste is te wijten aan een aarzeling bij zowel top als medewerkers, zij het beiden om verschillende redenen. Bovendien is het cruciaal dat het luik crisiscommunicatie en samenhang met sociale media grondig uitgewerkt wordt – alvorens zich ooit een crisis voordoet. Een goede voorbereiding is immers al het halve werk. Bovendien is in tijden van crisissen een goed uitgebouwd netwerk, met medewerkers die vlot aan informatie geraken, heel belangrijk. Als management moet je best ook mee aanwezig zijn op die sociale media, terwijl je als medewerker je gerustgesteld voelt een fout maken mag en niet betekent dat je zelf aan de schandpaal gaat.

Aan de hand van een model wordt aangetoond dat de converserende overheid de sociale media kan gebruiken om die klant centraal te zetten. Dat gebeurt door enerzijds het management de sociale media te integreren in het algemene beleid. Daarvoor is een losbreken uit de mentaliteit van “verkokering” nodig, alsook het besef dat sociale media “slechts” een middel zijn, in te zetten afhankelijk van de doelstelling. Anderzijds kan ook de medewerker die dat wil, een volwaardige ambassadeur van zijn organisatie worden /zijn. De conditio sini qua non voor dit alles is een open communicatie als onderdeel van een cultuur van vertrouwen. Het conversatieteam ten slotte wordt het kloppend hart van de converserende overheid, een overheid die zoals het een 21ste eeuwse overheid betaamd, zijn klanten als volwaardige partners beschouwt en voortaan mét in plaats van óver hen praat.

Laat ons dat droombeeld samen nastreven. Want een toekomst, die bouw je samen.

 


[1] Citaat van Erik Qualman

Er was eens…

Er was eens…

lang, heel lang geleden – toen de dieren nog praatten, laat ons zeggen – een droom…

…over een betere wereld

… over mensen die met ipv over elkaar praten

… over de wereld redden, geen honger en geen oorlog, en nog veel meer

…En toen werd ik groot (al is 1m58,5 bezwaarlijk “groot” te noemen).

Laat ons zeggen dat ik… volwassen werd – of beter: de leeftijd bereikte waarop de wereld van je verwacht dat je toch een zekere maturiteit aan de dag legt

Alleen… ik bleef en blijf een dromer. Ik blijf geloven dat het mogelijk is om samen een andere, betere en vooral: positievere wereld te maken. Van kankeraars heeft deze planeet al exemplaren genoeg.

“Je bent veel te veel een idealist”, krijg ik nogal eens naar mijn hoofd geslingerd. “Dat groeit er bij jou precies niet uit…” (tja, wat wil je…). Te beschouwen als een productiefoutje?

De keuze om voor de overheid te gaan werken, was in 2002 voor mij een heel bewuste keuze. Want daar werd geen winst nagestreefd maar zette iedereen zich in, 100%, voor de ander. Voor de gemeenschap. Voor taken waar niemand anders zich uit commerciële overwegingen aan wil wijden. Het eigenbelang is er van ondergeschikt belang – toch?

Als jonkie van 24jaar (na mijn master – in de tijd dat dat nog een licentiaatsdiploma heette – deed ik nog 2 specialisatiejaren) kwam ik terecht bij de Vlaamse overheid. Een goede werkgever. Dat zeker. Alleen klopte het beeld dat ik had van de overheid toen ik er ging werken, niet met de realiteit waarin ik terecht kwam. Een beetje zoals Sara Jane Deputter – partner in crime – ook in haar masterproef rond “de ambtenaar 2.0” beschrijft. Jongeren beschouwen de overheid als aantrekkelijke werkgever, tot ze er terecht komen. En dat is een probleem. Een groot probleem. Want niet enkel de overheid krijgt binnenkort te maken met een tekort aan gekwalificeerde medewerkers om in te stromen en zo de grote pensioen-uitstroom op vangen, ook bedrijven hebben dat probleem. Alleen… hebben zij een commercieel, concurrentieel voordeel. We moeten ons daar dus zorgen over maken als overheid.

Want we zullen nood hebben aan ruimte voor innovatie en creativiteit. 

Bovendien was bij de overheid toch enkel personeel te vinden dat zichzelf wegcijfert ten dienste van het algemeen belang…? Na enkele jaren reality check begon ik opnieuw te dromen…

… en opnieuw te studeren. In september 2010 kreeg ik de kans van mijn toenmalige werkgever om de studies “master na master publiek management” aan te vatten. De Antwerp Management School (AMS) werd elke woensdagmiddag van 13u30 tot 21u mijn nieuwe thuisbasis. Twee jaar lang. De vele vakken doorworstelend kreeg mijn droom een nieuw gezicht. Van een overheid die de stap durft zetten naar zijn klanten toe. Die zijn klanten niet langer als “verworven” beschouwt maar als iets wat de eerste en eigenlijk ook enige reden voor zijn bestaan zijn

Ik schreef er zelfs een beleidsnota over, met als titel “De converserende overheid en de sociale media. Praten mét, niet óver je klant”.

Nu vrijdag, 22 juni, studeer ik af. En één van de daaropvolgende dagen komt de masterproef online. Omdat kennis delen nu eenmaal is wat ik immens belangrijk vind. Transparant en open. Authentiek. Ik kan immers niemand anders zijn dan wie ik ben.

Ik post de samenvatting hier ook meteen. Benieuwd wat jullie ervan vinden.